Analytisch vermogen
Deze competentie heeft betrekking op het uiteen kunnen rafelen van problemen of vraagstukken, de verschillende aspecten ervan kunnen benoemen en die in een theoretisch of abstract kader kunnen plaatsen.
Gedragsvoorbeelden:
- Bij het verzamelen van informatie eerst de grote lijnen in kaart brengen alvorens in details te duiken;
- Achterliggende problemen scheiden van de symptomen;
- De onderlinge samenhang en verbanden van verschillende factoren beschrijven die van invloed zijn op een situatie;
- Analogieën en metaforen gebruiken om complexe zaken op een eenvoudige en duidelijke manier aan anderen over te brengen;
- Gemeenschappelijke kenmerken herkennen in - ogenschijnlijk - totaal verschillende problemen of situaties door ze in een theoretisch kader te plaatsen;
- Theoretische concepten uit andere werkgebieden gebruiken om inzicht te verkrijgen in een nieuwe complexe situatie;
- Hoofd- en bijzaken scheiden wanneer er een veelheid aan informatie op tafel komt (bijvoorbeeld tijdens een vergadering de inbreng van alle aanwezigen op een duidelijke en logische wijze clusteren);
- De vraag van een ander helder krijgen;
- Nieuwsgierig blijven;
Reflectievragen:
- Bent u iemand van de grote lijnen of van details? Kunt u een voorbeeld geven?
- Bent u in staat om - wanneer een discussie of vergadering verzandt - aan te geven waar dat door komt, wat de kern van de impasse is?