Delegeren
Bij delegeren gaat het er om eigen taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden te kunnen toedelen aan anderen. Hierbij is het van belang goed zicht te hebben op wat de ander aankan en deze - wanneer iets is gedelegeerd - ook zelfstandig aan de slag te laten gaan. Vertrouwen in de competentie van de ander dus. Uiteraard zijn resultaten en randvoorwaarden van tevoren afgesproken.
Gedragsvoorbeelden:
- Weten wat anderen op zich kunnen nemen door goed zicht te hebben op hun takenpakket, beschikbare tijd en competenties;
- Duidelijk zijn over wát nu gedelegeerd wordt: - duidelijke opdracht of taak; - verantwoordelijkheid voor de afgesproken resultaten; - de juiste middelen om de taak of opdracht naar behoren uit te voeren; - de bijpassende (beslissings)bevoegdheden geven; - eventuele belangrijke informatie of instructies;
- Voortgang bewaken zonder al te veel controle (wel kunnen loslaten dus);
- Zelf beschikbaar blijven voor vragen en tips;
Reflectievragen:
- Heeft u wel eens iets gedelegeerd aan iemand die daarop niet zat te wachten? Hoe ging dat?
- Heeft u het wel eens meegemaakt dat zaken die u gedelegeerd had niet goed verliepen? Wat was daarvan de oorzaak? Hoe ging u daarmee om?