Competent in het samenwerken met collega’s
De leraar moet ervoor zorgen dat zijn werk en dat van zijn collega's in de school goed op elkaar zijn afgestemd. Hij moet ook bijdragen aan het goed functioneren van de schoolorganisatie. Dat is de verantwoordelijkheid van de leraar en om die verantwoordelijkheid waar te kunnen maken, moet hij competent zijn in het samenwerken met collega’s (binnen de school). Een leraar die competent is in het samenwerken met zijn collega's, levert zijn bijdrage aan een goed pedagogisch en didactisch klimaat op zijn school, aan goede onderlinge samenwerking en aan een goede schoolorganisatie. Dat wil zeggen dat zo'n leraar * goed met collega’s communiceert en samenwerkt * een constructieve bijdrage levert aan vergaderingen en andere vormen van schooloverleg en aan de werkzaamheden die moeten worden uitgevoerd om de school goed te laten functioneren * een bijdrage levert aan de ontwikkeling en verbetering van zijn school.
Gedragsvoorbeelden:
- Hij werkt samen met collega’s (docent, instructeur en/of onderwijsassistent) in het voorbereiden, uitvoeren (teamteaching) en evalueren van onderwijs. Hij heeft een gemakkelijk toegankelijke administratie en registratie van leerling(deelnemer)gegevens.
- Hij werkt samen met collega’s (docent, instructeur en/of onderwijsassistent) in het voorbereiden, uitvoeren (teamteaching) en evalueren van onderwijs. Hij heeft een gemakkelijk toegankelijke administratie en registratie van leerling(deelnemer)gegevens.
- Hij maakt gebruik van vormen van actieonderzoek/handelingsonderzoek om gesignaleerde problemen aan te pakken.
- Hij spreekt collega’s aan en is zelf ook aanspreekbaar als het gaat om het vragen of geven van hulp bij het werk.
- Hij houdt rekening met zijn collega’s en met de belangen van zijn school.
- Hij draagt bij aan een effectief functionerende organisatie door te werken volgens in de organisatie geldende afspraken, procedures en systemen.
- Hij kan zijn opvattingen en zijn werkwijze op het gebied van samenwerken met collega’s en functioneren in de schoolorganisatie verantwoorden.
Bekwaamheidseisen:
- Hij heeft voldoende kennis en vaardigheden om een professionele bijdrage te leveren aan een goed pedagogisch en didactisch klimaat van zijn school, aan goede werkverhoudingen en een goede schoolorganisatie.
- De leraar onderschrijft zijn verantwoordelijkheid in het samenwerken met collega’s.
Om aan deze bekwaamheidseis te voldoen moet de leraar het volgende doen:
- hij deelt informatie die voor de voortgang van het werk van belang is met collega’s en hij maakt gebruik van de informatie die hij van collega’s krijgt
- hij levert een constructieve bijdrage aan verschillende vormen van overleg en samenwerken op school
- hij geeft en ontvangt collegiale consultatie en intervisie
- hij werkt met collega’s (onderzoeksmatig) samen aan de ontwikkeling en verbetering van zijn school
Om aan deze bekwaamheidseis te voldoen moet de leraar deze kennis hebben:
- hij is op praktisch niveau bekend met methodieken voor samenwerking en intervisie
- hij is op een praktisch niveau op de hoogte van leerlingvolgsystemen en manieren om zijn eigen werk toegankelijk te administreren
- hij heeft enige kennis van organisatie- en bestuursvormen voor scholen in het voortgezet onderwijs en bve
- hij is op de hoogte van modellen voor kwaliteitszorg en methodieken voor onderwijsverbetering en schoolontwikkeling