Luisteren
In staat zijn om belangrijke informatie uit gesprekken op te nemen door in te gaan op (non-)verbale reacties en op relevante punten door te vragen.
Gedragsvoorbeelden:
- Doorvragen op gegeven informatie en vragen stellen als iemand in het gesprek laat merken nog niet al zijn gedachten over de zaak te hebben uitgesproken;
- Toelichting vragen als dat wat de ander zegt niet duidelijk of volledig is;
- Door gedrag en houding blijk geven van interesse voor wat de gesprekspartner inbrengt;
- De ander laten uitspreken;
- Geduld hebben en de ander uit laten praten;
- De ander aankijken;
- Zelf pauzeren wanneer de ander laat merken iets te willen zeggen;
- Toetsen of het goed begrepen is door bijv. een gedeelte van de boodschap samen te vatten;
- Toetsen of u goed begrijpt wat de ander heeft willen zeggen en blijk geven van het feit dat u er met uw aandacht bij blijft door: %%terug te komen op wat eerder in het gesprek (eventueel door anderen) werd gezegd; een samenvatting te geven van wat er is gezegd; concretiseren wat iemand in algemene termen heeft verteld; of juist abstraheren door de rode draad in een verhaal te herkennen;%%
Reflectievragen:
- Hoe weet u of uw gesprekspartner u begrepen heeft?
- Waaraan kunnen anderen merken dat u goed naar ze geluisterd heeft?
- Kunt u onthouden wat anderen u verteld hebben en vraagt u daar later wel eens naar?