Interpersoonlijke effectiviteit
Deze competenties dragen bij tot effectief sociaal gedrag in de interactie met anderen, zowel binnen als buiten de organisatie. Het zijn competenties die voor elke medewerker belangrijk kunnen zijn, ongeacht de functie of rol die wordt vervult.
Juist daarom zijn deze competenties nog algemener geformuleerd dan de competenties uit voorgaande twee clusters. Algemene termen zijn echter gemakkelijk te vertalen door situatiespecifieke termen (bijvoorbeeld: deelnemer of collega in plaats van 'de ander').
Tact
Bewustzijn van gevoeligheden en belangen van anderen en het eigen gedrag daar op afstemmen. Gedragsvoorbeelden: Diplomatieke antwoorden kunnen geven; Weten wat u wel en niet hardop kunt zeggen; Onderwerpen en opmerkingen vermijden waarbij u weet dat u mensen in verlegenheid brengt (bijvoorbeeld doordat u weet wat er privé speelt); Kunnen aanvoelen wanneer iemand ergens niet meer over wil praten;...
Overtuigingskracht
Deze competentie heeft betrekking op het overtuigen van anderen en instemming van hen te verkrijgen over een bepaalde mening, een plan, een idee. Voorwaarde is dat men zelf overtuigd is van de eigen boodschap en stevige argumenten heeft om de juistheid of belangrijkheid ervan te legitimeren. Gedragsvoorbeelden: Helder en 'in de taal van de ander' uitleggen waarom iets waar is of gedaan moet...
Onderhandelen
Onderhandelen betekent overeenstemming verkrijgen met een ander over een kwestie waar verschillende belangen en/of meningen bestaan. Om dat te kunnen, moeten de onderhandelingspartners zicht weten te krijgen op elkaars positie, gemeenschappelijke belangen benadrukken en hun eigen belangen zo goed mogelijk kunnen verwoorden en beargumenteren. Gedragsvoorbeelden: Zicht krijgen op de...
Luisteren
In staat zijn om belangrijke informatie uit gesprekken op te nemen door in te gaan op (non-)verbale reacties en op relevante punten door te vragen. Gedragsvoorbeelden: Doorvragen op gegeven informatie en vragen stellen als iemand in het gesprek laat merken nog niet al zijn gedachten over de zaak te hebben uitgesproken; Toelichting vragen als dat wat de ander zegt niet duidelijk of volledig is;...
Confronteren
Anderen een spiegel voor kunnen houden, kunnen benoemen welk gedrag zij vertonen en het effect daarvan op het eigen gedrag of dat van anderen kunnen aangeven. Gedragsvoorbeelden: Impliciete vooronderstellingen expliciet maken; Stiltes kunnen toelaten; Eigen gevoel en indruk verwoorden; Gedrag van een ander in het hier-en-nu kunnen benoemen en parallellen trekken met gedrag elders (op de...
Schriftelijke communicatie
Deze competentie heeft betrekking op het effectief schriftelijk overbrengen van boodschappen aan anderen. Om dat te kunnen is het nodig om te weten wie de lezer(s) zijn en de 'taal' en het type om de hoeveelheid informatie op hen aan te passen. Gedragsvoorbeelden: Teksten schrijven met een duidelijke structuur; Weten welk effect u met een tekst wilt bereiken; 'Leesbaar' schrijven: grammaticaal...
Mondelinge communicatie
Deze competentie heeft betrekking op het effectief mondeling overbrengen van boodschappen aan anderen. Om dat te kunnen is het nodig om te weten wie de toehoorder(s) zijn en de 'taal' en het type en de hoeveelheid informatie op hen aan te passen. Gedragsvoorbeelden: Weten welk doel u met een gesprek (of een betoog, presentatie) wilt bereiken en op basis daarvan een aanpak bepalen (hoeveel gaat u...
Inlevingsvermogen
Invoelen van wat anderen (dit kan bijvoorbeeld een individuele medewerker zijn, maar ook een groep deelnemers) bezighoudt en zich kunnen verplaatsen in andermans belevingswereld. Dit kan alleen wanneer men echt openstaat voor de ander en de eigen oordelen en waarheden (tijdelijk) aan de kant kan zetten. Gedragsvoorbeelden: De moeite nemen om anderstaligen te begrijpen; (Non-)verbaal laten zien...