Mondelinge communicatie
Deze competentie heeft betrekking op het effectief mondeling overbrengen van boodschappen aan anderen. Om dat te kunnen is het nodig om te weten wie de toehoorder(s) zijn en de 'taal' en het type en de hoeveelheid informatie op hen aan te passen.
Gedragsvoorbeelden:
- Weten welk doel u met een gesprek (of een betoog, presentatie) wilt bereiken en op basis daarvan een aanpak bepalen (hoeveel gaat u vertellen, welke toon, welk tempo etc.);
- Duidelijk en verstaanbaar spreken;
- Communicatie aanpassen aan de toehoorder door de nodige tact te gebruiken, in een rustig tempo te spreken en daarbij letten op de reacties van de toehoorders (kunnen zij het nog volgen?);
- Duidelijk formuleren en correct taalgebruik;
- Geen jargon gebruiken als dat niet hoeft, zo veel mogelijk begrijpelijk en alledaagse taal gebruiken;
- Zaken verduidelijken door sprekende voorbeelden te geven;
- Korte eenvoudige zinnen gebruiken;
- Letten op non-verbale signalen terwijl u spreekt;
Reflectievragen:
- Heeft u wel eens commentaar gehad op een presentatie?
- Begrijpen mensen u meestal of moet u zaken herhalen of uitleggen?
- Vindt u het leuk om een presentatie te verzorgen? Wordt u er wel eens voor gevraagd?